Taal wijzigen
Acties
Verwijder uit selectie
Voeg toe aan selectie
  • Titel
    Schnabel naar Venetië [NAS] : heenreis
  • Jaar van uitgave
    2011
  • Pagina's
    10 min.
  • Materiaal
    NAS
Samenvatting

Er zijn er maar drie van in Europa: speciale, luchtgeveerde en geklimatiseerde Low Floor aanhangwagens die geschikt zijn voor kunsttransport. Ze kunnen kunstwerken van een gigantisch formaat rechtop vervoeren tot maximaal 335 cm hoog. Dat was het geval met The Unexpected Death of Blinky Palermo in the Tropics uit 1981 van de Amerikaanse kunstenaar Julian Schnabel. Met zijn kistafmetingen van 446 x 29 x 319 cm paste hij er precies in. Het Stedelijk Museum had er alles aan gedaan om mee te werken aan de voor Julian Schnabel en Museo Correr zo belangrijke overzichtstentoonstelling in Venetië: Julian Schnabel. Permanently Becoming and the Architecture of Seeing (4 juni – 27 november 2011). Schilderijen worden altijd opgespannen vervoerd, mits het formaat dat toelaat. Als dat technisch niet mogelijk is, worden ze bij hoge uitzondering opgerold, met als risico: beschadiging. Vanwege de precaire conditie van dit schilderij ging het op fluweel geschilderde werk rechtopstaand in opgespannen vorm op transport. De achterzijde van het werk werd voorzien van een speciaal achterschot (5 mm dik polypropyleen kanaalplaat). Tussen het doek en het achterschot werd de ruimte helemaal opgevuld met schuimplaten (5 cm dikke ethafoam), die met nylon boekschroeven op het achterschot gemonteerd werden. Zo ontstond er een vacuüm en werd de beweging van het doek tijdens het transport maximaal gereduceerd. Daarna werd het schilderij in een houten beschermlijst gemonteerd, met eromheen plastic als extra bescherming. De houten, op maat gebouwde, kist kreeg een laklaag en een rubber seal op de deksel, zodat hij waterdicht zou zijn. De transportkisten die het Stedelijk zelf maakt, hebben standaard schokdemping in de hoeken. Zo zat het schilderij goed ingepakt voor de lange en gecompliceerde reis naar Venetië. Om de kist na het uitladen in Venetië door de smalle straatjes verder te kunnen verplaatsen, bedacht Marc Bongaarts – Hoofd Behoudstechnische Art Handling – een licht, innovatief transportsysteem. Dit bestond uit vier aluminium, eenzijdige, draagarmconstructies waarvan de armen op verschillende breedte standen gezet konden worden. Ze waren voorzien van zware zwenkwielen met luchtbanden die schokken en trillingen kunnen absorberen. De draagarmen werden door middel van vier M10 bouten aan de kist gemonteerd en aan de onderzijde door een dikke aluminium strip met elkaar verbonden. Hiermee kon de kist om zijn as draaien en soepel over het Venetiaanse wegdek deinen. Na een reis van zo’n 1350 kilometer arriveerde de kist in Venetië bij de kade van Tronchetto, het transport centrum voor goederenoverslag. Te midden van groente- en fruitboten en talloze kunstenaars die met hun werk aan de Biënnale deelnamen, werd de Schnabel voorzichtig uit de vrachtwagen getakeld en op de grootste maat vrachtboot die in Venetië te krijgen is, geladen. Daarna voer de boot naar het San Marco plein, waar voor de verbaasde ogen van vele toeristen de kist met een hijskraan omhoog werd getakeld. Terwijl de kist laag boven de boot zweefde, monteerde Marc met zijn Italiaanse assistenten het transportsysteem eraan vast. Het kunstwerk was klaar voor het laatste deel van zijn reis. Het transportsysteem was zo gemaakt, dat de wielen zowel in een brede als smalle stand gezet konden worden. Zelfs in de smalste stand, bijvoorbeeld op de steiger, stond de kist stabiel. Zo rolde de Schnabel, met aan weerszijden maar liefst acht man ter bescherming, naar het Museo Correr. Onderaan de hoge trappen werd het in een beschermlijst en folie verpakte schilderij, in het bijzijn van Julian Schnabel zelf, uit de kist gehaald en de trappen opgetild. Na aankomst in de zaal inspecteerden schilderijen restaurator Louise Wijnberg van het Stedelijk en de restaurator van Museo Correr de staat van het schilderij en maakten zij een conditierapport. Het werk, dat het transport prima had doorstaan, schitterde prominent bij de hoofdingang. De moeite die Marc en zijn afdeling hadden gedaan om dit transport vlekkeloos te laten verlopen was beloond. Aan het einde van de tentoonstelling werd het schilderij op dezelfde wijze weer ingepakt en succesvol terug vervoerd naar het Stedelijk Museum. Foto’s: Marc Bongaarts en Louise Wijnberg

ExemplaarnummerPlaatscodeUitleencategorieFiliaalUitleenstatus
2015/2486NAS-8uavmcentralebeschikbaar